Symposium Atriumfibrilleren anno 2025: Isala Hartcentrum en AFIP brengen zorg en onderzoek samen
20
nov

Op vrijdag 11 april 2025 zet het Isala Hartcentrum in Zwolle de lichtjes op voor een symposium dat de praktijk van hartfunctielaboranten op zijn kop zet: 'Atriumfibrilleren anno 2025'Nieuwleusenerdijk 1, Zwolle. Het is geen gewone dag voor de laboratoria — het is een gelegenheid om te leren, te vragen en te kijken hoe techniek en klinische inzichten samenwerken bij een aandoening die een opvallend deel van de ouder wordende bevolking treft: atriumfibrilleren. En het komt op een moment dat de druk op de hartfunctielaboratoria groter wordt dan ooit.

Hartfunctielaboranten op de voorgrond

Het symposium richt zich specifiek op hartfunctielaboranten, echolaboranten en ambulante ECG-analisten — de onzichtbare helden die dagelijks de eerste signalen van hartritmestoornissen opsporen. Zij zien de afwijkingen op het scherm, zetten de rapporten op, en zijn vaak de eerste die alarm slaan. En toch worden zij zelden uitgenodigd voor de grote cardiologische podiumdiscussies. Dat verandert nu. Met 6 academische punten van de Stichting Beroepsopleiding Hartfunctielaboranten is het evenement niet alleen leerzaam — het is verplicht.

Dr. Mohamed Mouden, imaging cardioloog, opent de middag met een presentatie over Cardiale beeldvorming en atriumfibrilleren. Wat levert echografie, CT of MRI op? En waarom zijn sommige afwijkingen zo moeilijk te vangen? Het is geen theoretische uitleg — het zijn concrete voorbeelden uit de praktijk, met ECG’s en beelden die laboranten dagelijks zien, maar vaak niet goed interpreteren. Daarna volgt Dr. Ahmet Adiyaman, cardioloog-elektrofysioloog, met een boeiende analyse: Het klinisch belang van het verkrijgen van sinusritme. Hij laat zien hoe het terugkrijgen van een normaal ritme niet alleen het risico op beroerte verlaagt, maar ook het risico op hartfalen en overlijden. En dat is geen klein detail — het is de kern van de behandeling.

Een tweede symposium, een ander perspectief

Maar terwijl Isala zich richt op de professionele praktijk, draait de Stichting AFIP op 5 april 2025 in de Amstelzaal van het VUmc een ander verhaal. Het symposium 'Het AFIP symposium: een holistische kijk op boezemfibrilleren' is geen congressen-uitvoering — het is een ontmoetingsplaats. Daar zitten patiënten naast onderzoekers, verpleegkundigen naast genetici. En het is geen toeval dat de organisatoren Prof. Dr. Natasja de Groot en Prof. Dr. Bianca Brundel zijn — twee cardiologen die niet alleen onderzoek doen, maar ook luisteren.

De Groot, die haar groep leidt aan het Erasmus Universitair Medisch Centrum en de Technische Universiteit Delft, onderzoekt hoe hartritmestoornissen bij mensen met aangeboren hartafwijkingen ontstaan. Ze ziet niet alleen de elektrische signalen — ze ziet de mens erachter. En dat is precies wat AFIP uitmaakt: co-creatie. Patiënten vertellen hun verhaal. Onderzoekers laten zien hoe genetische tests nieuwe inzichten brengen. En er zijn poster sessies waar je een half uur kunt praten over een enkel ECG-patroon — zonder tijdslimiet, zonder jargon.

Waarom dit allemaal nu?

De afgelopen vijf jaar is het aantal mensen met atriumfibrilleren in Nederland met 23% gestegen — meer dan 400.000 mensen. Dat is meer dan de bevolking van Maastricht. En het is niet alleen een kwestie van medicatie. Het is een kwestie van herkenning. Van tijdig signaleren. Van goed interpreteren van ECG’s die vaak onduidelijk zijn. Van begrijpen dat een patiënt met AF niet alleen een hartritme heeft — hij of zij heeft een leven dat plotseling onvoorspelbaar wordt.

De Isala-symposiums zijn een antwoord op de groeiende druk op de laboratoria. De AFIP-symposiums zijn een antwoord op de frustratie van patiënten die zich niet gehoord voelen. Samen vormen ze een tweeledige strategie: verbeter de techniek, en verbeter de menselijke verbinding.

Wat komt er aan?

Wat komt er aan?

De komende jaren zullen we zien hoe AI-gebaseerde ECG-analyse de rol van laboranten verandert. Alleen: een algoritme kan niet zien dat een patiënt met AF ook last heeft van slaapapneu, of dat hij zijn medicatie stopt omdat hij bang is voor bloedingen. Dat is waar menselijke expertise blijft tellen. En daarom is het cruciaal dat laboranten niet alleen up-to-date zijn op techniek — maar ook op de context waarin die techniek werkt.

De Stichting AFIP werkt aan een nieuwe app waar patiënten hun hartritme kunnen registreren en direct kunnen delen met hun cardioloog. Isala overweegt een digitale toolkit voor laboranten met automatische flagging van verdachte AF-patronen. En beide partijen praten al over een gemeenschappelijke database — waarbij laboratoriumdata en patiëntverhalen samenkomen. Dat zou uniek zijn in Nederland.

De achtergrond: waarom atriumfibrilleren zo lastig is

Atriumfibrilleren, ook wel boezemfibrilleren genoemd, is geen ziekte van de hartspier — het is een storing in het elektrische systeem. Het hart klopt onregelmatig, soms te snel, soms te traag. Veel patiënten merken niets. Tot ze een beroerte krijgen. En dan is het te laat. Dat is het verschrikkelijke aan AF: het is stil. En dat maakt de rol van laboranten zo cruciaal. Ze zijn de eerste die het zien — op een ECG, in een 24-uurs monitor, in een echografie die iets vreemds laat zien.

De Stichting AFIP is opgericht in 2020 door Brundel, De Groot en Kuipers, met als doel de behandeling van AF te veranderen van ‘medicatie geven’ naar ‘patiënt meenemen’. Ze hebben al meer dan 120.000 euro aan donaties verzameld voor onderzoek naar genetische risicofactoren. En ze hebben een forum waar patiënten hun ervaringen delen — met meer dan 3.000 leden. Dat is geen forum. Dat is een beweging.

FAQ

FAQ

Frequently Asked Questions

Hoe beïnvloedt atriumfibrilleren het risico op een beroerte?

Patiënten met atriumfibrilleren hebben een vijf keer hoger risico op een beroerte dan mensen zonder deze hartritmestoornis. Dat komt omdat het onregelmatige hartritme bloedstolsels kan veroorzaken in de boezems van het hart. Deze stolsels kunnen naar de hersenen reizen en een beroerte veroorzaken. Daarom krijgen veel patiënten bloedverdunners — maar niet altijd op tijd, omdat AF soms onopgemerkt blijft.

Waarom zijn hartfunctielaboranten zo belangrijk bij het opsporen van AF?

Hartfunctielaboranten analyseren de meeste ECG’s en langdurige monitorings. Ze zien de subtiele ritmeafwijkingen die artsen over het hoofd zien — vooral bij patiënten zonder klachten. Met nieuwe AI-tools worden hun analyses nog nauwkeuriger, maar het menselijke oog blijft essentieel om context te begrijpen: is dit een tijdelijke storing of een patroon? Dat maakt hun rol onmisbaar.

Wat is het verschil tussen het Isala-symposium en het AFIP-symposium?

Het Isala-symposium is gericht op professionele ontwikkeling voor laboranten met academische punten, met een focus op technische diagnose en klinische richtlijnen. Het AFIP-symposium is een patiëntgericht evenement waar patiënten, onderzoekers en zorgverleners samenwerken aan een holistische benadering — van genetica tot levensstijl en emotionele impact. Beide zijn nodig, maar voor verschillende doelgroepen.

Hoe kan een patiënt meedoen aan het AFIP-onderzoek?

Patiënten kunnen zich inschrijven via het AFIP-forum of op het symposium op 5 april in Amsterdam. Ze kunnen deelnemen aan surveys, biobanken, of zelfs aan studiegesprekken waarin hun ECG’s en ervaringen worden gebruikt om nieuwe behandelstrategieën te ontwikkelen. Het is geen passieve rol — het is co-creatie. En dat is uniek in de Nederlandse gezondheidszorg.

Is atriumfibrilleren erfelijk?

Ja, bij ongeveer 10-15% van de gevallen is er een genetische component. Prof. Dr. Natasja de Groot onderzoekt specifiek hoe bepaalde genmutaties het risico verhogen, vooral bij jongere patiënten en mensen met aangeboren hartafwijkingen. Dit onderzoek maakt het mogelijk om familieleden te screenen — en vroegtijdig te interveniëren, voordat een beroerte optreedt.

Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de behandeling van AF in 2025?

De belangrijkste doorbraken zijn: betere ablatietechnieken met real-time AI-ondersteuning, nieuwe medicijnen met minder bloedingsrisico, en het gebruik van draagbare ECG-apparaten die automatisch AF detecteren. Maar het grootste verandering is de focus op het herstel van sinusritme — niet alleen op het remmen van het ritme. Dat verandert de hele aanpak van de zorg.